Over veranderend woonbeleid: de terugkeer van de overheid in de volkshuisvesting - 15 september 2020 |
Op een zeer warme 15e september hield Leo Gerrichhauzen voor Probus Roosendaal een inleiding over veranderd woonbeleid. Een actueel thema vanwege het oplopende woningtekort waardoor wachtlijsten in de huursector lang zijn en de toegang tot de koopsector voor starters zeer moeilijk is. Er wordt gesproken over een nieuwe wooncrisis.
Hij zette de ontwikkelingen op de woningmarkt in een historisch perspectief waarbij hij ook stilstond bij de situatie in de Roosendaalse woningmarkt. Sinds 1945 is zowel de omvang als de kwaliteit van de woningvoorraad toegenomen. Met name het eigen woningbezit en de sociale huursector zijn fors gegroeid. Beide stabiliseren zich en de particuliere huursector komt terug.
Een goede woning is voor de kwaliteit van leven en wonen enorm belangrijk. Zeker nu in deze coronatijden thuiswerken een vanzelfsprekendheid is. De woning is een bijzonder goed het vervult een primaire levensbehoefte (beschutting, veiligheid, werkplaats, uitvalsbasis). Woningen hebben een zeer lange bestaansduur en de nieuwbouwproductie is ten opzichte van de voorraad beperkt. De voorraad sluit vaak minder goed aan bij nieuwe behoeften. Een woning is zeer kapitaalintensief. De verschillende deelmarkten (koop en huur) kennen andere spelregels om toegang te krijgen tot de kapitaalmarkt. Door de grondgebondenheid is de ontwikkeling van locaties een weerbarstig en kostbaar vraagstuk, zeker als binnenstedelijk gebouwd wordt.
Mede door deze bijzondere kenmerken bemoeit de overheid zich intensief met de woningmarkt. In de grondwet is in artikel 22 vastgelegd dat de overheid de taak heeft zorg te dragen voor voldoende goede woningen. De overheid intervenieert om kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van het wonen te bevorderen. Daarnaast hebben de ontwikkelingen op de woningmarkt grote gevolgen voor de stabiliteit van de economie zoals in de woningmarktcrisis van 2009-2014 duidelijk werd. Vanaf 2010 wordt het woonvraagstuk bepaald door het “geloof” in marktwerking. Het ministerie wordt opgeheven en voor een deel ondergebracht bij Binnenlandse Zaken. Woningcorporaties worden begrensd, mede door ontsporingen. Ook de wijkaanpak krijgt veel minder betekenis.
Inmiddels keert het tij. Een nieuwe woonagenda ontstaat onder druk van tal van belangenorganisaties. De overheid gaat weer meer regie voeren om de bouwproductie op te voeren en de voorraad te verduurzamen. Ook bijzondere doelgroepen zoals kwetsbare ouderen, arbeidsmigranten en daklozen krijgen meer aandacht. De terugkeer van de volkshuisvesting.