Masterclass Het woningcorporatiebestel in beweging: actuele ontwikkelingen 5 juni 2019 |
Eelkje van de Kuilen (AKD en lid van de commissie van Bochove die door Aedes was ingesteld om de woningwet te evalueren) hield een boeiende inleiding over de evaluatie van de Woningwet. Zij lichtte de actuele stand van zaken toe. Uiteraard ging ze ook in op de aanbevelingen van de commissie van Bochove en of die in de aangepaste Woningwet worden overgenomen. Ze stond eerst stil bij de doelen van de woningwet 2015 waarin taakvelden scherper en preciezer geformuleerd zijn (DAEB en niet-DAEB). Daarnaast wordt de positie van gemeenten en huurdersorganisaties bij het tot stand komen van prestatieafspraken versterkt. Ook de positie en betekenis van het interne en externe toezicht wordt sterker. De focus is komen te liggen op de kerntaak: het huisvesten van mensen met een smalle beurs.
De herziene woningwet heeft volgens haar naast een te grote regel- en verantwoordingsdruk ook positieve effecten gehad: groter bewustzijn van waartoe corporaties bestaan, een beter intern en extern toezicht en nog belangrijker: geen nieuwe ontsporingen meer waardoor de maatschappelijke legitimatie groter is.
Volgens de commissie van Bochove knelt het landelijke confectiepak. Zij wil dat in de lokale driehoek meer ruimt komt voor lokaal maatwerk. Meer mogelijkheden voor netwerkbesturing en toezicht op basis van vertrouwen in plaats van wantrouwen.
In de aangepaste woningwet is dit advies niet gevolgd. Wel wordt de regelgeving vereenvoudigd. Ook komt er meer toezicht achteraf dan vooraf. Het externe toezicht wordt meer risicogericht. Meer mogelijkheden voor leefbaarheid. Toch ziet Eelkje dat een kans gemist wordt om de wet verdergaand aan te passen en meer ruimte te laten voor lokaal maatwerk.